Wat hoor ik
Door: Carla
Blijf op de hoogte en volg Carla
11 Juli 2020 | Duitsland, Hastrungsfeld
Gelopen van Siebleben naar Größer Hörselberg
23 kilometer, totaal 432 kilometer
Wat hoor ik
Ik had mijn tentje niet helemaal goed gezet. Gedurende de nacht gleed ik iedere keer zachtjes n beetje naar onder op mijn matrasje. Je tent zetten op een horizontaal stuk grond is héél belangrijk. Anders ga je aan het schuiven. Dat is lastig. Dus als ik er weer wakker van werd, moest ik mezelf weer n stukje omhoog duwen. En nu ik dit zit te typen denk ik, waarom heb ik me niet gewoon omgedraaid. Maar vannacht kwam ik daar niet op. In ieder geval de problemen met de heup waren er weer uit. 2 nachten op een matje doet mij goed.
Na het opbreken van de tent en alles in de rugzak gestopt te hebben, heb ik op een bankje nog een boterham zitten eten. Ik zat in een kinderspeelplaats. Aan het begin van een groot park. Heel rustig was het en het zonnetje scheen. Opeens kwamen er een man van achter mij aan. Die ging alle prullenbakken af. Het was geen zwerver of zo, gewoon een normale man met een plastic zak in zijn hand. Hij haalde alle blikjes uit de prullenbakken. Ik weet dat er op die kleine flesje hier €0,25 statiegeld zit. Toch gooi ik ze iedere keer weg. Als het zo is dat op blikjes ook statiegeld zit. Dan geef ik die man groot gelijk. Het is alleen een beetje een vreemd gezicht. En ik zou dan ook handschoenen aan doen en niet met blote handen in die prullenbakken gaan graaien.
Nog even een laatste videocall met onze Dex. Heerlijk joch. Toen hij zag dat ik in een speeltuin zat, zette hij grote ogen op. Oma in een speeltuin? Hij weet dat ik aan het wandelen ben, maar hoeveel er echt doordringt dat weet ik niet. Nog even en dan kan ik hem weer in mijn armen sluiten.
Op naar Gotha. Weer even langs de doorgaande wegen. Al met al toch weer een kleine 4 kilometer voordat ik op de Marktplatz van Gotha was. Het centrum was erg mooi. Alleen jammer dat echt alles opgebroken lag. Toen ik de stad binnen kwam waren de wegen al opgebroken. Het centrum was helemaal opgebroken en toen ik de stad uitliep waren de wegen opgebroken. Ik heb zelf de hekken die er stonden opzij moeten trekken om er door te kunnen.
In het centrum had ik weer het probleem dat ik niet kon kiezen op welk terrasje ik even pauze wilde gaan houden. Zal ik die doen? Of nee, die ligt beter in de zon maar… En zo ging het een poosje door totdat ik het centrum voorbij was en nog geen koffie had gehad. Niet zo slim. Wetende dat ik na deze plaats heel lang geen plaats meer zou passeren. Vlak voor het eind van Gotha zag ik dat er nog een benzinestation was. Hé ! Daar hebben ze ook koffie. Dus ik erheen. 100 meter van de route af. Ja. Volle bak koffie en nog een gekookt eitje erbij en ik was tevree. Ze hadden alleen geen zout.
Na ei en koffie ging het verder. Ik wandelde door de volkstuintjes van Gotha. Het was er druk en er werd hard gewerkt. Ik stel me zo voor dat deze mensen de hele week op een flatje zitten en dat in het weekend naar hun tuintje gaan. Om daar te blijven slapen, klussen, anderen te ontmoeten. Het leek me er heel gezellig. Zo samen met elkaar bezig zijn. Langs dit mooie stukkie vond ik ook nog een frambozen struik. Deze was weliswaar flink gesnoeid maar ik ontdekte er nog rijpe vruchtjes aan. Tsja, die hingen daar niet lang meer.
Na de tuintjes werd het steeds stiller om me heen. Geen mensen meer, geen auto’s meer. Maar wel iedere keer een hoop geknal. Het deed me denken aan die keer in Italië toen ze op wilde zwijnen aan het jagen waren. Toen die wilde zwijnen mij bijna overhoop liepen.
Het bleef maar knallen. Waren ze ergens aan het jagen? Zo ja. Weten ze dan wel dat ik hier loop. Ik hoopte maar dat ik ongelijk had met dat jagen. Gelukkig bleek dat ook zo te zijn. Wat de knallen betreft had ik gelijk. Er werd een hoop afgeschoten. Maar er bleek een groot schietterrein in de bossen te liggen. Ik kwam er net niet langs. Maar zag het liggen in de verte. De rode vlag was geheven ten teken dat je daar niet verder mocht.
Één stukkie verder zag ik een hele mooie toren om in te klimmen. Ik heb lopen twijfelen of ik er wel of niet heen zou lopen. Maar aangezien ik wist dat er op het eind van de wandeltocht nog een flinke klim te wachten stond heb ik het maar niet gedaan. En de route van vandaag was al gevuld met een aantal flinke klimmen.
Na dit schietincident volgde de route door een zeer mooi gebied. Over een soort hoog vlakte. Ruig. Vol met vlinders. Het was heerlijk om te zien hoeveel vlinders er voor en om me heen vlogen. Je hoorde ze niet. Maar het fladderde alle kanten op. Witte, wit/zwarte, gele, oranje. De ons bekende donker met oranje. Ik ken de namen niet. Ken alleen witje. Maar ik liep te genieten. Rust, zon, vlinders en prachtige vergezichten.
Ook dit werd ik na een x-aantal kilometers moe. Het werd tijd voor rust. Ik had me beloofd om bij de Schutzhütte pauze te nemen. Ja, en uiteindelijk kwam ik die inderdaad tegen. Maar, o wat ben ik slecht. De hut was niet goed genoeg voor mij. Ik dacht bij mezelf. Ik ga toch niet in zo’n donker hok zitten. En ik liep door. Een stukje verder. Een plekje vol in de zon. Hoog gras. En daar heb ik het onderzeil van mijn tent maar eens uitgespreid. Rugzak erop. Ik erop. Schoenen en sokken uit. Wie doet je wat. Lekker uitgebreide lunch in het zonnetje. Mooi uitzicht.
Maar wat hoorde ik toch steeds. Steeds een gebrom. Ik keek eens naar boven en zag dat er regelmatig kleine vliegtuigjes over vlogen. Dat hoorde ik steeds. Ik had het gevoel dat ze op en neer vlogen. Oefenen, ergens heen? Ik weet het niet. Ik liet ze maar lekker vliegen. Ik lag daar lekker op mijn zeiltje mijn lunch te eten.
Na een hele poos was het toch echt tijd om verder te gaan. Een lange afdaling volgde, gevolgd door een steile klim. Rustig an, rustig an. Moest ik me voor houden. Een doorgaande weg over en een stuk verder waren ze een grote windmolen aan het bouwen. Je weet wel. Die méters hoge paal met zo’n klein huisje erop en drie wieken eraan. Windenergie. Wauw. Er stond een kraan naast die net het huisje erop aan het takelen was. Zo hoog. Het was indrukwekkend om te zien. Ik liep maar de hele tijd omhoog te kijken. Met natuurlijk als gevolg dat ik mijn schelp miste. En die paal stond net bij een splitsing. Dus ik ben met telefoon en boekje wel 3 keer op en neer gelopen om te zien welke kant ik moest hebben. Toch de paal voorbij. Gigantisch zeg. En dan die wieken die nog op de grond lagen. Zo groot.
Hup klaar. Doorlopen. 4 kilometers verder weer een dorpje. Ik keek nog steeds achterom en zag de windmolen in aanbouw. Je kon zelfs het ratelen van de kraan nog horen. Ik ging de snelweg over met de voortrazende auto’s . Betonplaten. Dus het deed van doedoek, doedoek, doedoek. Ondanks dat het zaterdag is hield het niet op.
Vanuit het plaatsje Hastrungsfeld, na een korte rust, nog 2 kilometer.
Maar die waren wel omhoog. Bijna altijd zijn die laatste kilometers het zwaarst. En nu moest ik deze ook nog eens klimmen. Maar goed. Ik had me voorgenomen om boven te gaan slapen. Dus nog even op de kiezen bijten. Hijgend puffend en zwetend kwam ik na 36 minuten boven. Ik had voor de fun mijn timer aangezet. TomTommie had gezegd dat ik er 31 minuten over zou doen. Ik had er 36 minuten over gedaan. Ik weet alleen niet of TomTommie ook het hoogte verschil en/of de rugzak mee rekent? Of alleen de afstand?
Maar goed ik was boven. En niet meer van plan om weg te gaan , dus ik was al direct op zoek naar een geschikt plaatsje voor de tent. Dat viel niet mee. Alles was schuin. Geen mogelijkheid voor een tent. Het was er nog druk boven. Veel toeristen die nog wat zaten te eten of wat te drinken. Ik ging eerst maar even een poosje relaxen. Toen ik zover was dat ik iets wilde drinken kreeg ik ook meteen in de gaten dat het zelfbediening was. Ik naar binnen. Eerst een stempel gevraagd. Daarna wilde ik wat eten bestellen. Maar ik kreeg niets meer. Ze hadden zojuist de keuken gesloten en de restjes weggegooid. Daar baalde ze zelf van. Ook omdat ik had uitgelegd dat ik niet meer naar beneden zou gaan. Vervelend. Toen heb ik maar koffie met een groot stuk gebak genomen. En daarnaast voor later, vlees in een soort gelei. Met brood en wat groente. Komkommer, tomaat en augurk. Dan had ik toch wat gegeten. Ik liet ze er een folietje over trekken. Ik moest nog steeds eerst op zoek naar een plekkie voor de tent.
Die vond ik gelukkig achter een grote zendmast, die hier naast mij staat te zoemen.
10 Meter vanuit de ingang van de tent duik ik zo een hele hoge klif af. Achter mij is het bos waar 2 paden steil naar beneden gaan. Ik heb de hele avond in de zon op het bankje gezeten. Het is erg rustig want iedereen is weg. Ik ben alleen boven op de berg achtergebleven en kijk vanuit mijn bankje beneden het dal in. En om de zoveel tijd hoor ik de trein voorbij komen. Het is net zo’n speelgoedtreintje die je in winkels ziet. Bestaande uit opgebouwde perrons, stations, huisjes, boompjes etc etc. Mijn bestelde eten heb ik ook op het bankje op zitten eten. Ik vond onder de folie nog 2 kleine zakjes Haribo. Zo lief. Je weet dat ze zeggen: Haribo macht Kindern froh, und die Eltern ebenso….…Ik was helemaal blij.
In de tent is het zoemende geluid van de mast en het verre geluid van de voorbijkomende trein, aangevuld met de nachtelijke geluiden uit het bos het enigste wat ik nog hoor.
Jammer. Ik merk dat het kaartje hieronder niet de Großer Hörselberg pakt. Dan maar het plaatsje daarvoor Hastrungsfeld. Dat ligt er 2 km voor.
-
12 Juli 2020 - 20:29
Betsie:
En ik ben weer bij met lezen
Lui in m’n tuinstoel met koffie binnen handbereik
Voel me bijna schuldig -
13 Juli 2020 - 10:10
Robert:
Hey Carla, weer een mooi verhaal. Je kiest wel de mooiste plekjes uit, en gelijk heb je. De laatste loodjes nog en dan weer naar huis. Veel plezier nog! -
13 Juli 2020 - 12:04
Nelly:
Toi toi toi Carla nog een paar daagjes en het zit er weer op. Brainstormen voor het volgend project ‘Noorwegen’.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley