Warme dag
Door: Carla
Blijf op de hoogte en volg Carla
27 Juni 2020 | Duitsland, Paulsmuhle
Gelopen van Königsbrück naar Paulsmühle
25 kilometer, totaal 127 kilometer
Warme dag.
Voordat de kerkklokken mij om 06.00 wakker konden maken was in mijn slaapzak al uit. Ik had als een blok geslapen. Na het pianoconcert van gisteren avond was ik snel in bed gekropen. Wel had ik eerst alvast de koffie klaar gezet zodat ik die nu alleen nog maar aan hoefde te zetten. Ik had broodjes bij de Lidl gekocht en het kaasbroodje at ik bij de koffie op. Het andere was voor later.
Om 06.30 uur stond ik buiten. Binnen had ik nog n truitje van mij achter gelaten. Het ding kon ik niet meer aan en sleepte het dus voor niets mee. Misschien wordt er iemand anders blij mee.
Ik liep Königsbrück uit en door het aangrenzende plaatsje Stenz. Daar heb ik een foto gemaakt van een heel mooi klein oud huisje. Toen ik het huisje beter bekeek zag ik dat dit het huisje was waar ik had willen slapen. Maar de beheerder hiervan had de telefoon niet opgenomen. Nu achteraf was ik hier wel heel blij mee. Waar ik gezeten had was zoveel beter. Alles voorhanden. Dit huisje zag er wel romantisch uit maar had niets. Nog geen douche.
De route van Stenz naar Tauscha voerde door een groot bos. Het begint allemaal vriendelijk. Brede paden. De zon schijnend door de bomen. Beetje op en een beetje af. De blauwe bordjes met de schelp voerde me verder en verder het bos in. Langzamerhand werden sommige paden onherkenbaar. Sommige paden kon je gewoon niet zien dat het nog een pad was. Het paadje was dan helemaal begroeid met gras en de takken hingen er laag overheen. Maar ik had geen keus. Ik volgde de schelp en bij elke kruising van een paar paden gaf de schelp aan welke kant op. Dus bij elke kruising was het zoeken waar die zat en niet zomaar rechtdoor als er een beetje links daarvan ook nog een smal paadje zat. En zo stapte ik zo stevig mogelijk door. Morgenstond heeft goud in de mond. En deze uren zijn belangrijk om een zo groot mogelijk aantal kilometers te maken. En langzamerhand zag ik dat de bomen wat ruimer gingen staan en hoorde ik ergens auto’s over een weg rijden.
Met behulp van mijn stokken stapte ik over een omgevallen boom en daarna kwam ik bij een kruising van 6 paden uit. Goed kijken welk pad en ik wilde oversteken toen er plotsklaps een grote zwarte hond blaffend en grommend op mij af kwam rennen. Ik stond stokstijf. Ik dacht rennen of stilstaan en toen ik door wilde lopen kwam hij achter mij aan grommen. Toen had ik alleen de keus om stil te staan. Stokken voor mijn benen en zachtjes begon ik tegen de hond te praten. Dat hij wel heel lief was en een mooie hond etc. De hond draaide om me heen en ik draaide zachtjes mee. Ik had ondertussen wel gezien dat 2 baasjes met nog 3 van zulke honden er aan kwamen. Toen de hond niet meer agressief overkwam liet ik hem mijn handen ruiken. Mijn handen hield ik laag, steek je namelijk je handen in de lucht dan gaat een hond springen. Ze willen namelijk je handen ruiken. Inmiddels was het baasje ook gearriveerd , ze gaf me een hand, corona dacht ik, en ze bedankte mij dat ik zo rustig was gebleven. Nou ja. Dat was natuurlijk uiterlijke schijn, want ik stond te trillen op mijn benen. Ik vroeg wat voor een ras het was. Het was een Zwarte Russische Terrier. Omdat ze met 3 zulke honden in het bos was vroeg ik of ze ermee fokte. Nee was het antwoord. Ze had ook nog 3 kinderen en dan zou het allemaal teveel zijn. Normaal liet ze de honden niet los, maar op dit vroege tijdstip was er nooit iemand in het bos. Totdat ze mij natuurlijk tegen kwam. De hond was inmiddels rustig. Ik krauwelde hem op zijn hoofd en vervolgde mijn pad.
Ik kwam uit bij een hele grote hokken waar net een mevrouw geheel in het wit naar buiten kwam. Zo nieuwsgierig als ik ben vroeg ik wat er in de hokken zat? Kippen / Hünchen zei ze terwijl ik zachtjes doorliep. Ik keek naar haar, naar rechts, en miste de schelp naar links. Gelukkig wees mevrouw er mij direct op zodat ik niet verkeerd liep. Zo snel kan het gaan.
Lötzschen was het plaatsje waar ik uitkwam. Bij het begin van het dorp heet de weg Pilgerweg. Dat vond ik wel leuk. Er stonden bankjes. Maar een eindje verder was een kerkje en ik dacht ga ik daar lekker ff zitten. Helaas pindakaas. Ik kwam wel een boom tegen vol met van die lekkere dikke kersen, jammie. Maar geen bankje meer. Ai. Dus toen ik weer een eindje buiten het dorp was en een dikke steen in de schaduw zag ben ik daar maar gaan zitten. Beter iets dan niets. Het begon steeds warmer te worden. De stukken over het asfalt in de zon werden steeds zwaarder. Maar doorlopen is het devies.
Opeens kwamen daar 4 rijtuigen aan. Dikke knollen stonden ervoor. 2 ingespannen en sommigen hadden er nog een groot veulen naast lopen. Vastgebonden aan moeders. Een rijtuig had een grote bok in een hok op de kar. Het was een bonte verzameling. Ik denk dat het zigeuners of zo waren. De man op de laatste kar gaf me hun kaartje. Er staat op: GrüneKutsche.de, Die Geschichte einer aussergewöhnlichen Aussteigerfamilie. In Nederlands. Groenekoets.de. De geschiedenis van een bijzondere……. familie .
Toch eens opzoeken. Het zag er vrijgevochten uit. Alleen die jongeman die voorop de bok zat, bij de bok, schaamde zich wel. Ik stond foto’s te maken en hij trok snel zijn hoed voor zijn gezicht.
Verder onder de snelweg door en toen kreeg ik ineens bedacht dat ik gisteren geen avond eten had gekocht. Oei. Het is zaterdag en dan zijn de winkels vroeg dicht. En verder kwam ik ook niet meer in plaatsen waar een restaurant was. Dan is mijn telefoon mijn redding. Ik zocht op waar de dichtstbijzijnde winkel was. Dat was in Schönfeld. Prima. Die kant moest ik ook op. En als ik doorliep dan kon ik het net halen. Het was bij een drankenhandel waar volgens mijn telefoon ook nog iets van kruidenier bij zou zitten. Ik had niet veel nodig, maar zonder kon ik ook niet. Dus de pas werd er flink ingezet.
Een half uurtje voor sluitingstijd was ik er. Ik had alle bezienswaardigheden van Schönfeld voorbij gelopen om die winkel op tijd te halen. En heet dat ik het had. De temperatuur was inmiddels gestegen tot 27 graden.
Ik naar binnen en vragen naar die kruideniers waren. Ja sorry mevrouw, die heb ik niet. Daar stond ik dan. Hard gelopen, heet en in mijn rugzak alleen n zakje kale pasta. Dat zei ik dus ook tegen de man. Ja zegt ie toen. Ik heb nog wel een grote fles tomatensap. Ja dat hoefde niet van mij. Dat spul kon ik niet wegkrijgen. Toen heb ik maar wat drinken gekocht. Met dit weer is tenslotte drinken belangrijker dan eten. 1 liter fles appelsap met een beetje mineral erin dronk ik daar buiten meteen op. In 10 minuten had ik die hele fles leeggedronken. Dat kleine flesje wat ik gekocht had schudde ik bij mijn water wat ik nog bij me had.
De lust was over om Schönfeld nog in te gaan. Ik weet dat ik een heel mooi oud slot gemist heb volgens mijn boekje. Maar wie weet. Kom ik hier in de toekomst nog in de buurt, dan weet ik waar ik nog naar toe moet gaan.
Het was 11.30 en ik had nog zo’n 10 kilometer te gaan. Mijn plan was om bij Paulsmühle te gaan slapen, ergens in mijn tent. Paulsmühle is ook weer zo’n gehucht van een paar huizen bij elkaar. De etappe in mijn boekje eindigde in Großenhain. Maar dat was nog 5 kilometer verder. Daar had ik geen puf meer voor. Dus liep ik weer rustig aan. Voetje voor voetje. De ene stap na de andere stap. Ergens langs de rand van het bos kwam ik een heel mooi geinig bankje tegen. Pauze in gezelschap van een soort kabouters, uitgesneden uit hout. Ik heb daar ff lekker met mijn vriendinnen zitten appen en via mijn vriendinnen hamburgers besteld. Ha. Maar avond eten had Ik nog steeds niet.
Daarna waren het nog 4 kilometer te gaan. Gedeelte door bos en stukkies niet. Ik liep van schaduw naar schaduw. De temperatuur was inmiddels gestegen tot 31 graden.
In Paulsmühle vond ik een mooi plekje bij een beek. Ik ging ergens in de buurt met mijn flessen water halen en kreeg nog n extra fles mee. Ik was net terug bij de tent toen het gigantisch begon te waaien. Ik snel alles wat nog buiten de tent lag naar binnen gegooid en zelf erin. Het begon me toch een potje te regenen en te onweren. En ik maar duimen dat het binnen droog bleef en dat de tent niet in de lucht vloog. Ik heb nog nooit zo’n bui over me heen gehad in de tent. Giga. Ik stond beschut met de tent. Ik denk dat hij anders weggevlogen was. De tent hield stand op een haring na. Die raakte los. In de tent bleef het droog. Dankje tent.
Ja. En als laatste moest er ook nog gegeten worden??? Ik heb alles wat ik nog had bij elkaar gelegd. Ik kwam tot de conclusie dat ik vanavond pasta zou eten met daar tussen een paar verkruimelde plakken kaas met veel peper, paprika poeder en zout. Als toetje zou ik lekkere koffie zetten van een pakje brewer wat ik al een paar dagen meesleep. Bij de koffie had ik de kleine honingwafeltjes die ik van die lieve vrouw in Nebelschütz gekregen had. En ik zou de avond afsluiten met limonade en nootjes. Ik zal vast geen honger lijden.
-
29 Juni 2020 - 10:41
Robert:
Wat een spannend verhaal weer Carla. Rust kan je redden! En zorg dat je niet oververhit raakt. Succes maar weer. Groeten Robert -
29 Juni 2020 - 11:23
Nelly:
Ik blijf het wandelen van je bewonderenswaardig vinden. Die hond op je afkomen ik zou 7 kleuren van angst schijten. Groetjes Nelly -
29 Juni 2020 - 23:19
Sjaak:
ja ja, heund! -
30 Juni 2020 - 11:01
Lizet:
Een spannend dagje wel. Eng hoor met die honden. Gelukkig liep dat goed af. Fijn ook dat je avonds met alle restjes eten toch nog net genoeg had! :)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley